Alles wat leeft, is al heel vaak ingedeeld in groepen en families. Er zijn veel verschillende manieren van indelen. Het is zelfs een aparte wetenschap, die taxonomie heet. Ook de fylogenie houdt zich met indelen bezig, maar weer op een andere manier. Taxonomen bedachten telkens andere indelingen en dat doen ze nu nog steeds. Als je het interessant vindt om te weten, kun je hun indelingen bestuderen. Kijk bijvoorbeeld maar eens op Wikipedia. Dat geeft je al een beetje een idee van wat er allemaal bedacht is. Kijk vooral ook op deze pagina van de site van Naturalis. Daar lees je over het werk van taxonomen en kun je dat zelf ook eens uitproberen.
Op school leer je meestal dat er drie ‘domeinen van leven’ zijn:
- Bacteriën
- Archaea
- Eukaryoten
De Archaea zijn oeroude bacteriën die het heerlijk vinden als het ergens extreem koud, warm of zelfs giftig is. Je kunt er hier meer over lezen. Eukaryoten zijn meercelligen, dus levende wezens die bestaan uit supercellen (eukaryotische cellen) die met elkaar verbonden zijn.
De Eukaryoten worden op school vaak ingedeeld in:
- Protisten
- Schimmels
- Planten
- Dieren
De protisten zijn dan niet alleen eencellige diertjes, maar ook twee- of driecellige. In het boek noemen we alleen de eencellige diertjes zoals pantoffeldiertjes en amoebes. Zij heten protozoën en zijn dus een subfamilie binnen de protisten.