De grote geschiedenis kun je verdelen in periodes. Als daar meer over wil weten, vind je in Wikipedia meer informatie.

Boven de beschrijvingen van de tekeningen staat de periode die afgebeeld is. In de beschrijvingen staan de namen van dieren en planten die getekend zijn.

pagina 10-15

Hadeïcum

pagina 16/17

Hadeïcum

Op www.hubblesite.org vind je alle foto’s die de ruimtetelescoop Hubble heeft gemaakt. De tekening is gebaseerd op een foto van een ‘nebula’ (sterrennevel). De Hubble wordt over een tijdje vervangen door de James Webb-ruimtetelescoop, die is nu nog in ontwikkeling.

credits: NASA and the Space Telescope Science Institute (STScI)

pagina 18/19

Hadeïcum

Tekening is gebaseerd op foto’s van ‘deep space’ van de Hubble. Zie www.hubblesite.org.

credits: NASA and the Space Telescope Science Institute (STScI)

pagina 20-27

Hadeïcum

Tekening pagina 22/23 is gebaseerd op foto van ‘krabnevel’ op www.hubblesite.org.

Credits: NASA and the Space Telescope Science Institute (STScI)

pagina 32-43

Archeïcum

pagina 44/45

Cryogenium / Ediacarium

pagina 46/47

Ediacarium

Cel

De cellen zijn zogenaamde prokaryotische cellen. Dat zijn cellen zonder kern en zonder kleine celletjes binnenin (mitochondriën).

Supercel

De supercellen zijn eukaryotische cellen. Dat zijn cellen met een kern. De kleine celletjes binnenin de cellen heten mitochondriën. Het kleine celletje in de supercel van planten heet een bladgroenkorrel (of chloroplast).

pagina 50/51

Ediacarium

Dieren

  • Charnia (de veren)
  • sponsdieren

Algen

groenwieren

pagina 52/53

Ediacarium / Cambrium

Dieren

  • Dickinsonia (de ‘badmat’)
  • Charnia (de ‘veren’)
  • Ottoia (ook wel penisworm genoemd, je snapt wel waarom)
  • sponsdieren
  • koralen

Algen

groenwieren

pagina 54/55

Cambrium

Dieren

  • armpotigen (officieel Brachiopoden)
  • kwallen
  • sponsdieren
  • koralen

Algen

groenwieren

pagina 56/57

Cambrium

Dieren

  • Opabinia
  • Anomalocaris (roofdier op pagina 57. Zijn naam betekent ‘gekke garnaal’)
  • Wiwaxia
  • Hallucigenia
  • Pikaia
  • trilobieten
  • sponsdieren
  • koralen

Algen

groenwieren

pagina 58/59

Ordovicium

Dieren

  • trilobieten (daar waren er een tijdlang heel veel van, maar ze zijn allemaal uitgestorven)
  • inktvis in gekrulde schelp (nautiloïde Estonioceras)
  • inktvis in kegelvormige schelp (Orthoceras)
  • zeesterren
  • zeeschorpioen
  • kwallen
  • huisjes van oerslakken
  • sponsdieren
  • koralen

Algen

groenwieren

pagina 60/61

Siluur

Dieren

  • duizendpoten
  • schorpioenen
  • spinnen

Planten

In het Siluur verschenen de eerste landplanten. Dat waren sporenplanten.

  • Baragwanathia
  • Cooksonia

pagina 62/63

Siluur

Dieren pagina links

  • Pteraspis (links boven)
  • Osteolepis (de grote vissen)
  • stekelhaaien

Dieren pagina rechts

pantservissen

Algen

groenwieren

pagina 64/65

Devoon

Dieren

  • Dunkleosteus (enorm grote roofvis)
  • oerhaai (Cladoselache, de middelste vis)

pagina 68/69

Devoon

Dieren

  • Duncleosteus
  • Eusthenopteron (vis met botten in zijn vinnen die al lijken op poten)
  • Osteolepis
  • pantservis
  • duizendpoten
  • schorpioenen

Planten

In deze periode was de zogenaamde Devonische explosie van planten. Er kwamen snel veel verschillende planten. Op deze tekening staan nog alleen sporenplanten.

  • varens
  • boomvaren
  • wolfsklauwen
  • paardenstaarten

pagina 70/71

Devoon

Dieren

  • Tiktaalik
  • pantservissen
  • Eusthenopteron (vis met botten in zijn vinnen die al lijken op poten)
  • schorpioenen

Planten

De boom is een Archaeopteris, de vroegst bekende echte boom. In Devoon ontstonden de zaadplanten. Dat waren nog alleen naaktzadigen. Dat betekent dat ze geen bloemen of vruchten hadden. Naaktzadigen zoals wij die kennen, zijn coniferen en cycaspalmen.

pagina 72/73

Carboon

Dieren

In water: Eogyrinus (een van de grootst bekende amfibieën, kon 4,6 meter lang worden)

Op land: Eryops (een van de grootste landdieren in deze tijd, zo’n 1,5 meter lang.)

Op boom: Amphibamus (lijkt op kikker en salamander en is waarschijnlijk voorouder van allebei)

Planten

  • naaktzadigen: coniferen
  • varens

pagina 74/75

Carboon

Dieren

Hylonomus (oudst bekende reptiel)

Planten

moerasbos met vermolmd hout en

  • sporenplanten
  • eerste echte boom: Archaeopteris

pagina 76/77

Carboon

Dieren

  • Arthropleura (mega-duizendpoot, kon wel 2,5 meter worden)
  • Meganeura (mega-libelle, was misschien wel het grootste insect ooit)
  • reuzenschorpioen

Planten

moerasbos

pagina 78/79

Perm

Dieren

  • Dimetrodon (met zeil op rug)
  • Pareiasaurus

Planten

varens en boomvarens

pagina 80/81

Perm

Dieren

Eunotosaurus

Planten

  • boomvaren
  • wolfsklauwen
  • Cordaites (oer-conifeer)

pagina 82/83

(Trias ontbreekt) Jura

Dieren

  • Stegosaurus (met stekels)
  • Diplodocus (met lange nek)
  • Ceratosaurus

Planten

op voorgrond ginkgoboom (levend fossiel)

pagina 84/85

Jura

Dieren

  • Rhamphorhynchus (links, vliegend reptiel)
  • oervogel Archaeopteryx (rechts)

Planten

  • coniferen
  • ginkgoboom (rechts)

pagina 86/87

Jura

Dieren (in Zuid-Amerika)

  • Brachiosaurus
  • Diplodocus
  • oer-opossum

Planten

ginkgoboom

pagina 88/89

Jura

Dieren

  • Microraptor
  • Gigantspinosaurus (met stekels)
  • oer-boomspitsmuizen

Planten

ginkgobomen

pagina 90/91

Krijt

Dieren

Er waren veel soorten knobbeltand-zoogdiertjes, meestal niet groter dan een spitsmuis. Sommige leken wel op vliegende eekhoorns.  

Repenomamus eet een jonge Psittacosaurus

Bomen

apenbomen (zijn nu levende fossielen)

pagina 92/93

Krijt

Dieren

  • Velociraptor
  • Vintana sertichi (lijkt op marmot)
  • Tyrannosaurus rex
  • Triceratops
  • Champsosaurus (oer-krokodil)
  • waterhoen-achtige
  • schildpad
  • Ichthyornis (zeevogel met tanden)
  • Rugosodon eurasiaticus (bij de boom)
  • Repenomamus (wordt nu zelf gegeten door een Velociraptor)

Bloemen

oer-magnolia’s

pagina 94/95

Krijt

Dieren

  • Tyrannosaurus rex
  • schildpad
  • opossums

pagina 96/97

Paleoceen

Dieren

  • Trionyx (oer-moerasschildpad met week schild en een soort slurfje)
  • Champsosaurus (oerkrokodil)
  • oer-eenden

pagina 98/99

Paleoceen

Dieren

boomspitsmuizen

pagina 100/101

Eoceen

Dieren

  • oerpaard Eohippus (was veel kleiner dan de huidige paarden)
  • Andrewsarchus (roofdier bij boom)
  • Plesiadapis (in de boom)
  • Megacerops (is geen voorouder van de neushoorn)
  • Oer-tapir (die lijkt wel heel veel op de oer-olifant Moeritherium. Die leefde echter in een ander gebied.)

pagina 102/103

Eoceen

Dier in grote tekening

baleinwalvis

Dieren in kleine tekeningen

  • Pakicetus (landdier)
  • Ambulocetus (‘de wandelende walvis’)
  • Dorudon

pagina 104/105

Eoceen/Oligoceen

Dieren

  • oer-bavianen

pagina 106/107

Mioceen

Dieren

  • Dryopithecus (een mensaap)
  • Palaeotragus (oergiraffe, leek op huidige okapi)

pagina 108/109

Plioceen

Mensen

Australopithecus afarensis (‘Lucy’)

Dieren

nijlpaarden

pagina 110/111

Pleistoceen

Mensen

Homo erectus

Dieren

  • gazellen
  • olifanten
  • ibissen

pagina 112/113

Pleistoceen

Mensen

Homo erectus

pagina 114/115

Pleistoceen

Mensen

Homo sapiens: Cro-Magnon mens met grotten van Lascaux

Dieren

wolharige mammoet

pagina 116/117

Holoceen

Mensen

Homo sapiens

Dorp

Een boerendorp in de ijzertijd. De ploeg is een zogenaamd eergetouw.

pagina 118/119

Holoceen

Mensen

Homo sapiens

Stad

Afgebeeld is de stad Ur in Mesopotamië, een van de eerste steden.

pagina 120/121

Antropoceen

Mensen

Homo sapiens

pagina 122/123

Antropoceen

Mensen

Homo sapiens